Srebrenica overwonnen…, voorwaarts mars naar Uruzgan – Woord & Dienst 29 april 2006

‘Is “de stem” die opriep tot een bijdrage aan de oorlog/wederopbouw in Afghanistan wel zo zuiver en legitiem? Is dit doel het waard om hieraan onze zonen en dochters te offeren?’.

Binnenkort gedenken we op 4 mei weer de doden die zijn gevallen bij de Tweede Wereldoorlog. Nog steeds is het feit dat zovelen, vooral geallieerde soldaten, hun leven hebben gegeven voor de zaak van onze vrijheid, aangrijpend en ontzagwekkend. Reden nog steeds voor diepe dankbaarheid. Voor de meeste soldaten die zijn gevallen was het offer van hun leven beslist ongewild, maar is het hun ‘overkomen’ in een oorlog van goed tegen kwaad. Sommigen in het verzet hebben bewust hun leven gegeven. Maar wat was (is) hier ‘bewust’ ? Nu Nederland augustus van dit jaar met een troepenmacht van 1200 militairen mee gaat doen aan een ‘echte oorlog’, wil ik de vraag stellen of wij Srebrenica ‘overwonnen’ hebben? Hebben we in Nederland na het drama Srebrenica, de dood voldoende bewust in de ogen gekeken, om nú wel ons leven voor een zaak van vrijheid en democratie voor anderen (Afghanistan) te gaan geven? Of mag die vraag niet gesteld worden. Moeten we als Abraham (Genesis 22) die zijn zoon Isaak gaat offeren en vraagt: ‘waar is het lam voor het offer?’, antwoorden: ‘God zal zichzelf van een offerlam voorzien.’?

Dutchbat
Op 11 juli 1995 valt de Bosnische enclave Srebrenica, beveiligd door het Nederlandse Dutchbat als VN-vredesmissie, in handen van de Bosnische Serviërs. Dutchbat is onmachtig. Meer dan 8000 moslims worden vermoord, één Nederlandse militair komt om het leven. Na veilige thuiskomst van Dutchbat wast de Nederlandse regering haar handen in onschuld.
Heden doen nog steeds 150 erkend getraumatiseerde asielzoekers uit Srebrenica een beroep op Nederland om een verblijfsvergunning als begin van een nieuw leven. Vorig jaar zomer bij de tiende herdenking van de val, hielden het Politiek Comite Stari Most, het IKV, Kerkinactie en ICCO hiervoor een publieksactie. Minister Verdonk wees 1 februari jl. hun herhaalde beroep op de ‘bijzondere verantwoordelijkheid’ van Nederland opnieuw af.
De hoofddaders van Srebrenica, de politiek leider van de Bosnische Serviërs Karadzic en generaal Mladic, weten zich nog steeds schuil te houden. Kennelijk moet en kan er met hen onderhandeld worden over hun arrestatie – een schandaal en vloek tegen de hemel!
In 1998 vecht Nederland 50 jaar na de politionele acties in Indonesië voor het eerst weer mee in een ‘echte’ oorlog: de Koninklijke luchtmacht bombardeert mee als lid van de NAVO in de oorlog om Kosovo tegen Servië.

Herdenking
Mondiaal fungeerde in de voorbije tien jaar ‘Srebrenica’ in tal van discussies over vragen van oorlog en inzet voor vredesmissies, als referentie voor ‘nooit weer’. Binnen Nederland is Srebrenica nooit als een héél groot drama gevoeld – al weet ieder er (nog) van. Het lot van de eigen Dutchbat-mannen en –vrouwen stond bij velen voorop. Op de jaarlijkse herdenking op 11 juli in Bosnië Potocari, was in 2005 voor het eerst minister Bot als Nederlandse regeringsvertegenwoordiger aanwezig. Voor de jaarlijkse Nederlandse herdenking van Srebrenica, voor de deur van de Tweede Kamer in Den Haag, heeft ondanks 10 jaar uitnodiging nog nooit iemand van de regering gereageerd.
Een Bosnisch comité wil met subsidie in Nederland een monument voor Srebrenica oprichten.

11 september
Op 11 september 2001 wordt Amerika aangevallen: terroristen vliegen de Twin Towers in New York en het Pentagon in Washington binnen. Meer dan 3000 mensen komen om.
In lijn met de uitgesproken solidariteit in 2001 besloot de Nederlandse regering na een zwalkend parlementair proces om 1200 Nederlandse soldaten te leveren als deel van de NAVO-operatie ISAF in Afghanistan. Rekeninghoudend met aflossing gaat het om een aantal van 7500 betrokken Nederlandse soldaten. Iedereen in regering en parlement onderkent dat het een heel moeilijke ‘gevechtsmissie’ wordt, met een aanzienlijk risico op Nederlandse slachtoffers.

Sneuvelen
Wat oorlog zo ‘aantrekkelijk’ maakt, is het gevoel dat er iets wezenlijks op het spel staat: vrijheid, gebiedswinst of –verlies (terecht of onterecht), macht. Aantrekkelijk is een verbonden geest van ‘we gaan ergens voor!’. Toch heeft ten tijde van Srebrenica, Kosovo, en ook nu (nog) niet, geen minister-president iets van een nationale verklaring afgelegd. Dat zou in mijn ogen goed zijn om de ernst van de oorlog te onderstrepen, en het volk zo breed mogelijk te committeren aan het genomen besluit. Allereerst om die gewone mannen en vrouwen met hun geliefden, kinderen en familie in de oorlog te steunen. Maar juist ook om eventuele dode soldaten aan onze zijde als samenleving te dragen. Veel meer dan in ’40-’45 zijn we in de 21e eeuw een geseculariseerde samenleving, en zijn we door de wol van de geschiedenis van de 20e eeuw geverfd, onze dromen en idealen – wellicht ook onze principes – zo goed als kwijt. Zijn we als bewuste? op zelfverwerkelijking gerichte individuen nauwelijks meer bereid voor een hoger (heilig) doel ons leven te geven. Bij de oorlog om Kosovo werd in ons land de ‘sneuvelbereidheid’ bediscussieerd. Amerika kraaide victorie dat zij voor het eerst een oorlog hadden gewonnen zonder dat er één soldaat was gesneuveld. Toen al vroeg ik mij af welke indruk de vijand van het beweerde goede doel en de strijd moet krijgen, wanneer er letterlijk geen bloed en leven meer voor wordt gegeven.

Tweede Kamer
Ik wil de vraag te stellen of wij ‘de dood’ van Srebrenica voldoende in de ogen hebben gezien, nu wij weer ‘echt’ mee gaan doen, met oorlog in Afghanistan. Tijdens het debat op 2 februari tussen regering en parlement over de Nederlandse deelname aan ISAF, wordt door vijf fractiewoordvoerders plus de premier, op verschillende wijze gerefereerd aan Srebrenica. Alleen twee kleine partijen herinneren aan Nederlands falen. ‘Beslissingen kunnen grote gevolgen hebben ten goede, maar ook ten kwade. Het drama Srebrenica heeft zich nog maar tien jaar geleden afgespeeld en is bij ons allemaal in het geheugen gegrift.’ (Marijnissen/SP). ‘De situatie zoals in Srebrenica met de gebroken geweertjes mag niet meer voorkomen.’ (Nawijn/Groep Nawijn). Bijna iedere spreker benadrukt de noodzaak van een groot draagvlak als steun voor de uitgezonden militairen en hun familie. Twee partijen verwijzen daarbij naar God. ‘Mijn fractie stemt in met de missie. Zij wenst de militairen en hun familie, wijsheid, lef, moed en geduld toe. Zij wenst hen ook de Zegen van God op hun gevaarlijke weg.’ (Huizinga-Heringa/CU) ‘Dat laat onverlet dat hun hoogste bescherming niet bestaat uit wapens en staal. Ik wil ze van harte Gods bescherming toewensen.’ Van der Staaij/SGP)

Legitiem
Er is niemand die expliciet in de mond neemt dat de gestelde kerndoelen: bestuurlijke en economische wederopbouw van Afghanistan, en bestrijding van het internationaal terrorisme, het waard zijn om Nederlandse levens aan te geven. Komt dat omdat ook voor christenen het ‘sterven voor een hoger doel’ en ‘beloning’ aan gene zijde aan het zicht is geraakt? Het is paradoxaal dat de bestreden moslimvijand wel gelooft in sterven voor zijn heilig doel en rekent op een beloning!
Marijnissen meent dat de VS met de oorlog louter hun eigenbelang nastreven: de wereldeconomie veroveren. En dat hun grootschalig geweld een land niet opbouwt maar veel onschuldige mensen de dood geeft. Als ik vergelijk met ‘Abraham’ rijzen de vragen op: Is ‘de stem’ die hier heeft opgeroepen tot een bijdrage aan de oorlog/wederopbouw in Afghanistan (de VN gedomineerd door de VS), wel zo zuiver en legitiem? Is het doel het inderdaad waard om hieraan onze zonen en dochters te offeren? Moeten wij die ‘stem’ die heeft gesproken wel gehoorzamen, kunnen we weigeren? Is er een alternatief?

Voorwaarts mars
Wij Nederlanders houden niet van oorlog, en dat is natuurlijk prima. Maar hebben we hem verleerd…(vergelijk Micha 4:3)? We kennen een lange geschiedenis van neutraliteit, maar soms is er denk ik om reden van humaniteit en solidariteit no other way, en moeten we vuile handen maken en ervoor gaan, en bidden om vergeving.
Ik herinner hier nog aan de discussies over het gebruik van geweld versus geweldloosheid binnen het IKV, en in politiek linkse en christelijke groepen, in de jaren voorafgaand aan de Kosovo-oorlog. Ik vind het nu vrij stil op dit gebied. Ik geloof niet dat het een teken van grotere instemming met de missie naar Afghanistan is. Velen verafschuwen het grove optreden van Amerika in de wereld.

Ik ben bang voor het verharde klimaat waarin we leven. De politiek van goede bedoelingen in Srebrenica en de moorden op Fortuyn en Van Gogh stortten ons land in een morele put waar we nog niet uit zijn. Als samenleving mogen we het onze regeerders en ook het ‘gesloten systeem’ van defensie, niet gemakkelijk maken als het gaat om het geven van levens.
Alleen het kritisch begeleiden van iedere beslissing op het gebied van oorlog en vrede, zal ons met vrees, beven en bidden op het nauwe ‘goede’ pad houden. Het ontwijkend antwoorden van Abraham tegenover Isaak en het zwijgen tegenover zijn omgeving over zijn dilemma’s kunnen niet meer.

Bram Bregman is predikant te Bunnik

 

Over PrediKantlijn

My name is Bram Bregman. I am a protestant preacher in the Protestant Church of the Netherlands.
Dit bericht werd geplaatst in Artikel en getagged met . Maak dit favoriet permalink.

Plaats een reactie